Dit artikel gaat over mijn groeiende verbazing over de wonderlijke wereld rond verzuim, Arbo en Poortwachter. Er is iets niet helemaal logisch meer. We zijn ingehaald door de werkelijkheid. Wat ooit een stap vooruit was, dat klontert nu samen als een vastgeroest uurwerk. Met man en macht proberen we het werkend te houden, maar tegen welke prijs? Het is tijd voor een opfrisbeurt. Maar om daar te komen moeten we het verleden en het heden begrijpen. Hier mijn observatie.
De situatie in Arboland, de simpele versie.
We hebben in Nederland sinds 1980 de Arbowet (die af en toe wordt geactualiseerd, de laatste keer in 2017) en sinds 2002 hebben we daarbij de Wet Verbetering Poortwachter (WVP).
-
De Arbowet is gericht op het waarborgen van veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
-
De WVP is gericht op het terugdringen van langdurig ziekteverzuim en het bevorderen van de re-integratie van zieke werknemers.
“Beide wetten benadrukken de verantwoordelijkheid van werkgevers om een gezonde en veilige werkomgeving te creëren en om actief bij te dragen aan het voorkomen van werkgerelateerde gezondheidsproblemen en het bevorderen van een snelle terugkeer van zieke werknemers.”
Ok. Been there. Done that. Jij vast ook. Met alle mitsen en maren die erbij horen.
Legers aan artsen, specialisten, casemanagers, deskundigen, papierstromen, sancties, ruis, gedoe, kosten en alle frustratie van dien. Uitermate kut allemaal, maar nog niet zo slecht als het lijkt misschien. Er gaat ook iets goed.
Want sinds 2002 hebben we een goede eerste stap gezet naar ‘samen het probleem oplossen’. En dat is positief wat mij betreft.
Hoe het ooit was.
Want -mind you-, om je geheugen nog even op te frissen:
Voor de introductie van de Wet Verbetering Poortwachter (WVP) in 2002 in Nederland (dus tot 2002), was de aanpak van ziekteverzuim en re-integratie van werknemers die langdurig ziek waren, minder gestructureerd en gecoördineerd.
De verantwoordelijkheid lag bij bedrijfsverzekeringsartsen en de uitvoeringsinstellingen van de sociale zekerheid, zoals het GAK (Gemeenschappelijk Administratiekantoor). Weet je nog? Er was nauwelijks betrokkenheid of verplichting voor werkgevers én werknemers om zelf actief bij te dragen aan hun eigen herstelproces.
Ondenkbaar vandaag de dag.
"Mensen maken het verschil. Dat is inmiddels bekend."
Want mensen maken het verschil. In ieder bedrijf. Dat is inmiddels bekend en duidelijk. Je moet goed zorgen voor je mensen. In goede en in slechte tijden. Hou van ze, koester ze, ontwikkel ze en zorg goed voor ze. Zeker met deze moordende arbeidsmarkt en geloof mij, die gaat niet meer beter worden de komende jaren.
Je medewerkers zijn je goud. Basta.
Maar mensen hebben ook een vervelende eigenschap: ze vallen soms uit. Dat is kak. Balen. Maar het gebeurt en het zal blijven gebeuren.
Wat belangrijk is om je te realiseren.
Rond verzuim doen ontzettend veel meningen en verhalen de ronde. Daarom even wat inzichten op een rij:
-
Meer dan 75% van het verzuim is niet werk gerelateerd en meer dan 90% is niet ‘puur medisch’. Daarmee bedoel ik: niet iets waar een dokter iets aan kan doen.
-
Meer dan 50% van het ziekteverzuim is anno 2024 psychosociaal (mentaal) of heeft te maken met andere persoonlijke uitdagingen (bijvoorbeeld geldzorgen, druk door mantelzorg, stress vanwege privéomstandigheden, verslaafd kind, etc.). Ook daar kan een dokter niks aan doen.
-
De gemiddelde verzuimduur in Nederland is 9 werkdagen (ongeveer twee werkweken)
-
De kans op succesvolle werkhervatting is het grootst bij gerichte aandacht in de eerste 6 weken.
"De meeste verzuimgevallen, daar kan de bedrijfsarts niets mee."
Ok. Dat is duidelijk. Maar nu komt het.
-
De eerste verplichte actie in de Wet Verbetering Poortwachter is pas na 6 weken (de probleemanalyse die wordt opgesteld door de bedrijfsarts).
-
De bedrijfsarts is een medisch en arbeidsgezondheidskundig specialist (geneeskunde, basisarts en daarna gespecialiseerd tot bedrijfsarts).
-
Arbodiensten zijn structureel onderbezet en er is een schreeuwend tekort aan bedrijfsartsen (de instroom daalt en de uitstroom neemt toe).